Blog 22
Opnieuw een Blog beginnen?
Enkele volgers en belangstellenden vroegen waar toch de
Blogs bleven. Anderhalf jaar verstreek er zonder een blog. 18 Maanden lijkt een
lange tijd, maar met vier maanden op reis naar Brazilië en Curaçao en daarna, thuis
gekomen, aandacht en zorg besteden aan je lieve broer die ziek is en na maanden
in het ziekenhuis toch nog komt te overlijden, dan is tijd toch wel zeer
betrekkelijk. Er was ook geen ruimte in mijn hoofd om aan een Blog te denken.
Trouwens, wat heb je eigenlijk te zeggen in een Blog? Wie is er geïnteresseerd
in jouw gedachtespinsels, ideeën en idealen? Heb ik die nog wel? Inmiddels 81
jaar geworden en dan toch weer aan een blog beginnen? Wat heb je te zeggen en
doet het er toe?
Is het wel interessant een verhaaltje te lezen uit lang vervlogen tijd? Of een bijdrage over sociaal cultureel werk in de vorige
eeuw, het Jeugdhavenwerk in Amsterdam en Amersfoort, zendingswerk in Brazilië en de opzet van Inloophuizen in Amersfoort?
Toch maar weer de pen oppakken? Wie weet kunnen de blogs vragen en gedachten oproepen, misschien motiveren en stimuleren en als het even kan inspireren. Als dat lukt, dan is het misschien wel de moeite waard denk ik om weer te starten met de Blogs.
Hierbij dan blog 22.
Hoofd leeg maken?
Wandelend in het park dacht ik na over een thema voor het maandelijkse stilte-moment in het Inloophuis Schothorst, waar ik de voorbereiding voor zou doen. In een jaar zijn er heel wat themadagen, weken en maanden.
Vorige maand was er de "week van het gebed", er was een "wereld kankerdag" en een "week van de poëzie" en straks de boekenweek.
Gisteravond lag ik op mijn yogamatje en tijdens de totale ontspanning vroeg de lerares: Ontspan, maak je hoofd leeg, zet je gedachten stop, denk even nergens aan". Probeer dat maar eens. Maar altijd komt er weer een gedachte bij je op. "Laat ze maar even komen maar laat ze ook weer gaan", zei ze.
“Wereld kanker dag”. Mijn buurman heeft kanker. Bij hem op bezoek geweest, Ja, we
moeten doorgaan met vechten tegen kanker. Vriend en naaste nabij zijn in alle wanhoop en verdriet door die kankerziekte. Hoe vind je stilte en rust in je hoofd als dit je treft?
Ontspannen, stil worden, even de gedachte stoppen.
Vorige maand was er de “Week van het gebed” Thema recht en gerechtigheid stond centraal. In vele gebedsgroepen werden de omstandigheden
in de wereld besproken: hebzucht, geweld, uitsluiting, uitbuiting,
armoede, vervuiling, honger, mensenhandel. Ja, we moeten doorgaan en daar tegen
in opstand komen.
Nu even laten gaan die gedachte, maar...
In Brazilië hadden we vanuit de kerk een antwoord op de onderdrukking en uitbuiting
van families. We preekten: kom bij elkaar schuilen, praat er over, schaam je
niet voor de armoe en uitbuiting: Laten we lezen over de toekomst
die in de bijbel wordt geschetst. Daar gaan we achteraan, samen kunnen we knokken voor een
beter leven, een leven zoals het bedoeld is. Kom op, aan de slag. Als we dat
doen, dan treden we de voorhof binnen van een nieuwe aarde, in een rijke natuur met schone lucht en slaan we onze tenten op tussen ceders, onder eiken en liggen we languit in hoogwuivend gras, verzadigd en wel. Laten we moedig
strijden en van kracht tot kracht steeds voort gaan.
Het zong in mijn hoofd...
"Voorhof" en "van kracht tot kracht steeds voort", Psalm 84 in de oude berijming. Als kind leerden wij op de lagere school elke week een psalmversje uit ons hoofd. "Voor als je in verdrukking en nood zit". Het kwam zomaar weer bij me op : “Hoe lieflijk hoe vol heilgenot, o Heer der legerscharen God, zijn mij uw huis en tempelzangen”. Het mooiste vond ik het tweede couplet: “Zelfs vindt de mus een huis o Heer, De zwaluw legt haar jongskens neer, in ’t kunstig nest bij uw altaren". De taal vind ik mooi.
Stop, niet verder, ontspannen!
Maar in de "Week van de poëzie", hoort een Psalm. Een pelgrimslied, om de moed er in te houden bij ons verlangen naar
veiligheid, naar een schone en rijke natuur, naar die voorhof en naar dat prachthuis dat daar staat.
Ik laat de gedachte nu maar komen...
Dat prachthuis
dat daar staat, op Groene Heuvel
wijdgevleugelde schaduwrijke waranda’s
hoge ramen diepe kamers
dat Huis van jou
waar alles welkom is, waar alles woont
de mussen mogen mee aan tafel
de zwaluw vlecht haar nest onder de goot
ik ben een van haar jongen.
Onrustig is mijn hart, onstuimig heb ik
naar deze plek verlangd.
Mensen waar ook geboren,
weten niet wat hen drijft,
gaan op reis naar jou toe.
Dwars door leeg land
wateren over, zwarte, door wouden
over de Bergkam, over de top
blindelings gaan ze.
En dan op een dag,
daar staan ze. Mogen wij hier zijn? Je mag.
Slaan ze hun tenten op
tussen jouw ceders, onder jouw eiken
liggen languit in hoogwuivend gras
verzadigd.
Liever één dag vlak bij jou
dan duizend ver van je weg
liever één dan duizend ver van je weg.
(Psalm 84, Vertaling Huub Oosterhuis)