dinsdag 23 december 2014

Titelsong “Braziliaanse Koorts” nu online

 Blog 9

Het is zo ver!

31 Januari 2015 gaat de film "Braziliaanse Koorts in première! 

In maart/april 2014 hebben de makers van de documentaire die gemaakt wordt door Arjan van Westen en Monique Schoutsen de opnamen voor de film in Brazilië gedaan. In de zomermaanden en najaar 2014 maakten zij nog opnamen in Antwerpen, Zeeland, Amersfoort, Amstelveen, Woerden, Culemborg en Amsterdam. Momenteel leggen zij de laatste hand aan "Braziliaanse Koorts". De première zal zijn op 31-01-2015. 

Wil je meer weten? 
De première bijwonen? 
Volg mijn blog 
Ook: www.braziliaansekoorts.nl  

De titelsong 

De titelsong van de documentaire die gemaakt wordt naar aanleiding van ons boek "Op een dag zullen ze ons vinden" staat nu online!  Gecomponeerd, gezongen en gespeeld door broeder Dieleman. Broeder Dieleman zingt en speelt liederen in het Zeeuws Vlaams. Sinds december 2012 bracht hij 2 albums uit. 
Voor de clip zijn super8-opnamen gebruikt die wij maakten in de jaren zeventig toen wij met de Braziliaanse Zeeuwen werkten in de staat Espírito Santo. De beelden zullen ook in de documentaire te zien zijn. Voor ons heel bijzonder om te zien.
Het lied Brasil is 23 december 2014 door platenmaatschappij Snowstar Records uitgebracht. De Zeeuwse singer/songwriter heeft het nummer samen met de Utrechtse muzikant/producer Pim van de Werken opgenomen. Broeder Dieleman heeft zich bij het maken van het lied laten inspireren door onder meer het boek van Ton Roos en Margje Eshuis ‘Op een dag zullen ze ons vinden.’ Brasil is exclusief voor de soundtrack van de documentaire gemaakt en staat dan ook niet op ‘Gloria’, het op 5 september verschenen en lovend ontvangen album van Broeder Dieleman. http://www.broederdieleman.com Brasil is te koop op Itunes en in de webshop van Snowstar Records en staat ook op streamingsdienst Spotify. 



Ik wens alle vrienden van mijn blog heel goede en gezegende kerstdagen en een voorspoedig nieuwjaar! 

                                                                                          24-12-2014

dinsdag 19 augustus 2014

Duik in het verleden

Blog 8

Duik in het verleden

Dat ons boek “Op een dag zullen ze ons vinden” zo’n vervolg zou krijgen hadden we nooit gedacht. We hoopten wel dat het misschien anderen, zou kunnen aanzetten tot nader onderzoek.
Maar zie, onverwacht kwamen vorig jaar Arjan van Westen en Monique Schoutsen bij ons met hun idee om een documentaire van deze geschiedenis te maken. Hij is Zeeuw,  historicus en journalist, Monique is filmer. Na vooronderzoek vorig jaar hebben zij inmiddels in Zeeland, België en Brazilië gefilmd en in het najaar zal de documentaire “Braziliaanse Koorts” uitkomen. Eén van de laatste interviews hielden zij met ons.

Documentaire Braziliaanse Koorts
Ter voorbereiding van die sessie haalden wij uit die periode van alles uit de kast: een overdaad aan foto’s, Super8 filmpjes, rapporten, brieven, artikelen, rondzendbrieven en enkele attributen. Het is immers al zo langgeleden en onze oude hersentjes hebben wel een geheugensteuntje nodig. We doken in het verleden, in de periode 1975 tot 1983 toen wij in Espírito Santo werkten en meehielpen bij de opbouw van basisgroepen en gemeenschappen binnen de Lutherse kerk. Veel was weggezakt, na 30 jaar. Maar nu kwam ons leven in die tijd weer terug.
Wij hebben het geluk, dat we met veel plezier op die tijd terug kunnen kijken. We beleefden weer opnieuw onze activiteiten, ons leven en werken. Maar ook de keuzes die wij toen maakten, ons engagement, ons geloof en leven. De vragen van de interviewers confronteerden ons ook met ons denken en handelen van toen.

Zou ik nu in 2014 andere keuzes maken, vroeg ik mij af. Nu, een stuk ouder geworden in een andere werkelijkheid, met  andere ervaringen, andere motivaties en veranderd geloof. Niet, of toch wel? Niet denk ik in m’n betrokkenheid met mensen die aan de rand van de samenleving worden geschoven met de mensen in het Inloophuis, maar wel vanuit een andere motivatie en inspiratie. De theologie van de bevrijding stond toen centraal in ons werken en leven.

Basisgroep Pao Amarelo, 1978.
Ik vertelde de mensen over de belofte van God van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde waar recht gedaan wordt aan de armen. Waar de bouwvakarbeiders die nu in de krottenwijken wonen dan zelf kunnen wonen in de huizen die zij bouwen. De boerenfamilies zonder grond zullen dan zaaien en oogsten op eigen grond en de kinderen zullen geen vroegtijdige dood sterven. De vrouwen die kleren wasten voor de dames in de stad vulden aan:

“Wij zullen kleren wassen maar die zelf ook kunnen dragen”.
“Die wereld, daar moeten we niet op wachten”, verkondigde ik. “Niet wachten tot die zomaar komt of verwachten in het leven na de dood. Nee, we moeten die nu, met moeite en strijd naar ons toe trekken. Amen”.
                                     Inloophuis Schothorst, 2014.

Zou ik dat nu ook herhalen in het Inloophuis? Nee, of toch wel? In deze rauwe wereld met miljoenen armen en vluchtelingen? Was het niet een marxistische utopie in een christelijke boodschap?
Maar als ik geen toekomstbeeld meer heb, geen utopie, ook al ben ik de 75 jaar al gepasseerd, wat is dan de zin van mijn leven? In de film Boyhood stelt Simen een jonge adolescent aan zijn vader de vraag naar de zin van het leven. Zijn vader is even stil, maar zegt dan: “Leef met veel plezier je leven, want wat heeft het leven voor zin als we geen plezier kunnen maken?” Er is nogal wat veranderd. Nu lees ik met veel belangstelling over God 3.0 en over Religie voor atheïsten en probeer op mijn oude dag, mijn verleden te rijmen met het heden en andersom, maak plezier, speel mijn spel met in mijn hoofd nog altijd de utopie van “een nieuwe hemel en een nieuwe aarde”. 
                                     Die duik in het verleden heeft mij goed aan het denken gezet.



______
God 3.0, hoe ziet god er uit in de 21e eeuw?, André Droogers, Parthenon, 2014. ISBN | EAN 978 90 79578 603
Religie voor atheïsten, Alain de Botton, Atlas contact, 2011, ISBN 978 90 450 2257 4


dinsdag 8 juli 2014

Emoties

Blog 7
    



   Emoties 



Blog 7 - 08-07-14
Vanavond gaan we weer,
De spelen bereiken hun hoogtepunt! De goddelijke kanaries van Brazilië stralen. Maar ook de 'maquina laranja' de oranje machine draait nog mee  op volle toeren.  
Brazilië zal vanavond de groene mat weer betreden. De gouden “canarinhos” komen dan op rij het veld opwandelen met de hand op de schouder van de voorganger en stellen zich op, stoer zij aan zij met de armen om elkaars schouders, sommigen sluiten de ogen als in gebed en richten hun hoofd op naar de hemel, en zingen: “Ouviram do Ipiranga as margens placidas de um povo heroico retumbante…” 

Daarna komt het… de muziek valt uit en heel het volk zingt, já schreeuwt: “Brasil, um sonho intenso, um raio vivido, de amor de esperança à terra desce”. Geweldig, ik krijg er koude rillingen van.
Ik zie mijzelf als 11/12 jarige te midden van alle schoolkinderen van Alphen voor het Raadhuis staan, met een grote oranje sjerp om mijn nek schuin over mijn magere borstkas. Zo mager als ik was na de oorlog zo luid en serieus zong ik het Wilhelmus mee met honderden kinderen. Ook het vlaggenlied: “O schitterende kleuren van Nederlands vlag, wat wappert gij fier langs de vloed”. De rillingen liepen over mijn rug.
Tijdens de tienjarige militaire dictatuur in Brazilië werd met grote bilboards het volk gewezen op de plicht om van Brasil te houden: “Brasil, ama o ou deixa”, heb het land lief of verlaat het. Elke maandagmorgen zongen Marjon, Jacolien en Mário op school de Hino Nacional en het vlaggenlied van Brazilië. Deze dagen, na veel ge-app heen en weer en een paar aanvullende woorden van Davies de Lima Monteiro die bij ons op bezoek was, hebben zij de tekst weer op een rijtje.
Brazilianen zijn trots op hun vaderland en dat laten zij horen in het volkslied: - Op de oevers van de Ipiranga (vroeger een rivier, nu een vervuild beekje in São Paulo) is te horen over een heldhaftig volk, over de zon van vrijheid die straalt aan de hemel van het vaderland. Met vastberadenheid wordt de vrijheid van het geliefde vaderland verdedigd, zo nodig met inzet van eigen leven. (Zoiets als: Het vaderland getrouwe, blijf ik tot in den doet) Er wordt gezongen over Brazilië, een indringende droom, een lichtstraal van liefde en hoop, waar aan de heldere schone hemel het beeld van het kruis schittert. Groot door haar natuur, haar schoonheid en een toekomst die de grootheid van het land weerspiegelt. 
Kijk, dat is nog eens een tekst! Een korte vertaling die ik vond van het uitgebreide en in pompeuze taal geschreven volkslied dat uit twee delen bestaat. De Braziliaanse wet heeft ook bepaald dat het lied instrumentaal één maal ten gehore mag worden gebracht, maar wordt er meegezongen, dan moeten beide delen in zijn geheel gezongen worden.
Nationalisme ligt hier op de loer en een kritische geest lijkt mij wel belangrijk. Maar, wie weet, komt er een finale met Nederland - Brazilië! Dan zingen de Brazilianen “Wij houden van Brasil” en wij “Wij houden van Oranje”!     

Heisa om de Hexa 
Een explosie van vreugde bij die ene treffer. Brasil “Rumo ao Hexa!”, op naar het zesde wereldkampioenschap! Dan vergeet je toch even de misére? Maar er is veel heisa rond die hexa Brasil. De favela's zijn 'gepassificeerd' of bezet door het leger, talloze families weggestuurd uit hun huisjes om plaats te maken voor stadions, krotten opgeruimd of weggemoffeld achter enorme bilboards. Kosten nog moeiten zijn gespaard om de spelen tot een succes te maken en de almachtige FIFA stelt haar eisen en dicteert de regels. 

Massaal werd er geprotesteerd tegen de uitgaven van miljarden voor de spelen, terwijl het onderwijs precair, de gezondheidszorg achter loopt en met grote tekorten kampt, het openbaar vervoer een chaos is, de politie onderbetaald wordt en in staking ging.
Boven: In het stadion werden 12.500 zitplaatsen bijgebouwd 
Onder: En hier?

Om niet te vergeten 

In juni 2012 viel het eerste slachtoffer, een hulpje van een timmerman viel van het dak van het stadion in Brasilia. Tijdens het werk aan het stadion van Corinthians in São Paulo kwamen door ongelukken om:

- Fábio Hamilton da Cruz, 39 jaar
- Ronaldo Oliveira, 44 jaar
- Fábio Luiz Pereira, 42 jaar.

Tijdens het werk aan de 
Arena Amazônia in Manaus: 
- José Pita Martins, 55 jaar    
- Marcleudo de Melo Ferreira, 22 jaar   
 - Antônio da Silva Nascimento, 49 jaar
- Raimundo Nonato Lima da Costa, 49 jaar




dinsdag 15 april 2014

Een weerzien na 50 jaar

“Vreugde, vreugde, louter vreugde” zongen wij uit volle borst en met tranen in de ogen toen wij in maart 1964 ons diploma ontvingen uit handen van Ds Buitink, directeur van De Jelburg in Baarn. We sloten een vrolijke en rijke periode af waarin we opgeleid werden om te gaan werken als jeugdleider en jeugdleidster op het terrein van jeugdvorming en volksontwikkeling. De Jelburg was een Gereformeerde opleiding. Wie er in die tijd wilde studeren moest al wel gewerkt hebben en het liefst ook een beroep uitgeoefend want de gedachte was “jeugdleider kun je niet je hele leven blijven doen”.

Met twintig studenten begonnen we op 1 september 1961 aan de opleiding met de verplichting te komen wonen in het internaat van De Jelburg, zodat we als toekomstige groepswerkers aan den lijve konden ervaren wat het is om in een groep te leven en groepslid te zijn.

Logisch, dat wij 16 meisjes en 4 jongens in de leeftijd van 18 tot 24 jaar, intensief met elkaar optrokken. Wij waren het 5e jaar en gingen de geschiedenis in als het 'Shalomjaar'. Begeleid door de docenten gingen voor ons, die bijna allemaal uit een gereformeerd nest kwamen, ramen en deuren open. Ds Buitink zorgde er voor dat een flink aantal heilige huisjes omver gingen en wij opnieuw leerden kijken naar de samenleving vanuit een ander evangelisch perspectief dan wij gewend waren. Na een jaar en vier maanden opleiding en internaat deden we ieder op een aangewezen plek in het land een jaar lang stage. De meesten van ons in de toen bekende Jeugdhavens, kerkelijke stichtingen met een sociaal en diaconaal karakter. Na het stagejaar kwamen we terug in Baarn om in drie maanden een afstudeerscriptie te schrijven.
Het is dus 50 jaar geleden dat wij met 15 van de 20 studenten ons diploma kregen. 

Toen min of meer toevallig enkele oud-studenten elkaar ontmoetten en dit ontdekten was dit voldoende motief om te bezien of er een reünie was te organiseren. Een speurtocht naar de oud-studenten was het gevolg en dankzij internet konden we hen allemaal terugvinden. Twee zijn in die periode overleden. Er kwamen enthousiaste reacties, wel met enige schroom. 
Enkele reacties:
-      “Ik zelf had zo mijn twijfels hoe het zou zijn om elkaar na zo'n lange tijd weer te zien en te spreken”.
-      “Enerzijds zie ik er tegen op, anderzijds verheug ik mij er weer op”.
-      “Met enige opwinding en betwijfeld verlangen zie ik uit naar de dag 
van onze ontmoeting”.





Zoals in september 1961 kwamen we op 27 maart 2014 aan op het station in Baarn. Onze ontmoeting in restaurant De Generaal was vreugdevol, ontroerend en verrassend. We moesten elkaar even goed in de ogen kijken, maar vonden elkaar spoedig terug.
-“Een van de bijzondere ervaringen was dat ik bij ieder van jullie iets herkenbaars zag. Of het nu een gebaar, een oogopslag, de stem was of wat anders, het bracht mij iets heel vertrouwds en daar genoot ik van”
-“Na de eerste schok dat ik niet direct iedereen herkende, werden jullie allemaal weer  heel herkenbaar en vertrouwd voor me”.
-“Je voelde dat je een stuk geschiedenis samen hebt. Een stuk leven waarin je veel positieve dingen beleefd hebt als een familie”.

Ieder vertelde in 5 minuten enkele markante punten uit zijn of haar leven en of de opleiding aan de Jelburg ons leven heeft verrijkt of beïnvloed. Dat waren warme momenten waarin wij de groepssfeer van weleer ervaarden en het vertrouwde gevoel weer boven kwam. Wij vonden allemaal dat de Jelburgtijd, de opleiding en het groepsleven in het internaat een onuitwisbare tijd is geweest die in heel ons verdere leven, hoe verschillend een ieder die ook ingevuld heeft van grote invloed is geweest. Voor velen was een basis gelegd voor het leven, met veel creativiteit en ruimte in geloven, leven en laten leven. De studie, maar ook de contacten met de docenten, niet in de laatste plaats Ds Buitink, waren bepalend voor werk en keuzes in ons latere leven.

Na deze enerverende nieuwe kennismaking wandelden we door Baarn naar de gebouwen waarin de Jelburg was gehuisvest. Zij staan nu grotendeels leeg en zijn in het bezit van een vastgoed ondernemer. Van de oude muziekkapel achter het huis kregen we de sleutels en zo gebeurde het dat na 50 jaar wij, als ruim 70 jarigen, opnieuw in de muziekkapel ons lied  “Vreugde, vreugde, louter vreugde” zongen.  

We zongen niet alle coupletten. Niet iedereen kan het lied nr 287 uit de bundel van Johannes de Heer meer zo doorleeft en van harte meezingen. We hadden enkele coupletten met een eigen tekst gemaakt. 
Plots vroeg één van ons: “Wie gelooft er nog in God?” Na een kleine verlegen stilte kwamen daarop zeer verschillende reacties.  

Door één van ons samengevat: 

Het werd voor mij een bijzondere dag, vol licht, vreugde, spiritualiteit en herkenningen en alles in een sfeer van openheid en vertrouwen”.






  Avondgebed 2 november 2020, Aller zielen   Gedachten bij dood, lijden en leed in Coronatijd Voor alle zielen.   Elke dag coronan...