vrijdag 8 november 2013

Tambú, a freedom song

Blog 4

Naar Curaçao

Over een maand, om precies te zijn 6 december hopen Margje en ik te vertrekken naar Curaçao. Twee maanden hopen we door te brengen bij onze kinderen Marjon en Russell en Mário en Anita om met hen een poosje mee te leven in de Curaçaose realiteit van alle dag. 
Een warme Caribische realiteit met een bevolking rijk aan creativiteit. Het kleine eiland telt opvallend veel musici, schilders, beeldhouwers en dichters. Kunst is overal te vinden, in alle lagen van de bevolking. Maar ook een gecompliceerde samenleving van mensen met zeer grote culturele verschillen en economische mogelijkheden. Ik hoop in de volgende blogs vanuit Curaçao berichten te sturen over ontmoetingen en ervaringen met mensen die hun leven vorm geven op Dushi Korsou. 


Het Volksoperahuis Amsterdam en Theater Luna Blau van Curaçao brengen "Tambú, a freedom song" in de Nederlandse theaters. Nog tot eind november te zien. Zie: http://het.volksoperahuis.nl/ 
Ga dat zien! Natuurlijk ook omdat onze schoonzoon Russell 'Konkie'Halmeyer, steelpannist te zien en te horen is in dit theaterstuk! In Amersfoort op 14 november, 
Theater De Lieve Vrouw, 20.30 uur.

Muziektheater over koloniaal verleden



150 jaar nadat in Nederland de slavernij werd afgeschaft, herneemt Het Volksoperahuis een van de grote theaterhits van Oerol 2012. In ‘Tambú, a Freedom Song’ verpakken Curaçaose artiesten en de vaste kern van het muziektheatercollectief het gedeelde verleden van Nederland en Curaçao in een ontroerend én kritisch verhaal over twee halfbroers. Eén is hosselaar in Willemstad, de ander atleet in Rotterdam. Als zij elkaar na lange tijd ontmoeten, ontbrandt er een strijd over afkomst, ambities en identiteit. De muziek is van Jef Hofmeister, Izaline Calister en een Caribische band.
Tekst en muziek: Jef Hofmeister en Elia Isenia • regie: Kees Scholten • met: Jef Hofmeister, Kees Scholten, Izaline Calister, Albert Schoobaar, Konkie Halmeyer, Raymond ‘Ompi Tio’ Justiana, Pierre Dunker e.a.
De tambú is een Curaçaose trommel, een kleine conga gemaakt van een rumvaatje bespannen met geitenvel. Het is ook de naam voor de muziek die eraan verbonden is. Zo’n trommel, geërfd van hun vader, staat in de voorstelling Tambú symbool voor de identiteitsstrijd tussen tweebroers en voor het culturele erfgoed van
De broers zijn afzonderlijk opgegroeid in Nederland en Curaçao. De een is zwart, gespeeld door Albert Schoobaar, de ander een dubbelbloed, gespeeld door Kees Scholten. De ene broer is topsporter en staat voor de keuze of hij voor Nederland of voor Curaçao moet uitkomen. Dat is in feite het dilemma van iedere Curaçaonaar die in Nederland studeert: blijf je hier om carrière te maken, of ga je terug om je land op te bouwen, met alle problemen van dien. 
De relatie tussen Curaçao en Nederland, het slavernijverleden en het kolonialisme komen allemaal langs; een sterke rode lijn die al die thema’s bijeenbindt had de voorstelling goed gedaan. Door het snelle schakelen dreigde het verhaal te verbrokkelen, hoewel het schitterend culmineerde in het slotlied van Izaline Calister. Zij zong een tambú zoals weinigen dat in Nederland kunnen. De muziek veranderde de sfeer en verplaatste het verhaal zich van de eilanden naar Rotterdam en weer terug naar Curaçao, en via de muziek werden de personages feilloos geportretteerd. De scène die zich afspeelde in de Campo Allegre, een bordeel op Curaçao waar de vader zijn frustraties wil vergeten, trof mij bijzonder.  Albert Schoobaar zette een van die hoeren zo schrijnend neer dat de hele zaal de adem inhield. Opzulke momenten was de combinatie van spel en muziek op haar best en drong de tragiek van de situatie zich onontkoombaar aan je op.
Gastrecensent John Leerdam is PvdA, politicus en theatermaker. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

  Avondgebed 2 november 2020, Aller zielen   Gedachten bij dood, lijden en leed in Coronatijd Voor alle zielen.   Elke dag coronan...